Vandaag is het zaterdag 2 juli. Mijn hart gaat iets sneller kloppen als ik om me heen kijk, want vandaag is er een hardloopfestijn in het Stubai dal. Om 1 uur vannacht zijn de hardlopers gestart in Innsbruck voor de K68, een hardloopwedstrijd door de bergen met de finish bij het gletscher-station. En als ik het goed heb onthouden moeten ze meer dan 3000 meter stijgen. Naast deze lange afstand zijn er ook kortere afstanden. Mijn hart gaat sneller kloppen omdat ik me herinner dat ik in het verleden ook 2x een marathon en één keer een wedstrijd over 78 km heb gelopen in Zwitserland. Gisteren  heb ik een rondje hardgelopen en ik kon me niet voorstellen dat ik ooit een wedstrijd gelopen heb. Maar goed dat is ondertussen al 10 jaar geleden.

Na het ontbijt om een uur of 9 vertrekken we voor een wandeling. We willen naar een alm gaan lopen, waar je een mooi uitzicht hebt over het dal. Je kunt er via een eenvoudige weg via Krössbach komen, maar dan moet je weer dezelfde weg terug lopen. Of er is nog een andere mogelijkheid en dat is een pad wat vlakbij de camping begint en wat naar boven gaat. Dat is geen offcieel aanggegeven pad, maar het staat op de digitale kaart van de app Outdoor Active die ik gebruik. Hier onder zie je de geplande route. Het cijfer 1 geeft aan waar we naar toe willen. 2 waar het pad start en 3 waar het niet officiële pad uitkomt op een pad wat met bordjes aangegeven staat.

Vol goede moed beginnen we aan onze tocht. Het valt ons op dat het pad smal en steil is, maar het is te doen. Langzaam aan wordt het steiler en op een bepaald moment komen we aan bij een hut. Op de kaart te zien als “Untere Kerachalm”.  Hier zie je een aantal fotos van het eerste gedeelte van de tocht en de hut.

 

Als we bij deze hut zijn aangekomen, zien we het weer helemaal zitten. Want om bij zo’n hut te komen moet er vast een goed pad zijn. Al snel ontdekken we dat de wens de vader van de gedachten is. We zien dat er vlak naast de hut een ‘zeilbaan’ is maar een goed pad is er niet. We vinden het zelfde soort pad, verder omhoog maar naar een tijdje lopen houdt het pad op. Dat is precies op de splitsing van het riviertje waar we langs lopen. We zien op de kaart dat als we dat riviertje blijven volgen we op het goede pad uitkomen. Teruggaan zien we niet als een optie want dan moeten we heel steil dalen, en dalen is nou niet onze hobby. Eerst lukt het nog prima om door het gras langs het stroompje omhoog te gaan. Maar na een tijdje wordt het minder. We volgen dan een bijna droogstaand beekje en later moeten we gewoon door het gras omhoog. Op de volgende foto is tussen de 2 blauwe pijlen te zien welk stuk we zonder pad hebben gelopen.

Er is geen pad meer en het wordt steeds steiler. Soms moeten we op handen en voeten omhoog zien te komen. Tijdens deze ontbering nemen we ons opnieuw iets voor. We gaan nooit meer een pad lopen wat wel op de kaart staat maar niet via route bordjes wordt aangegeven. Na heel veel inspanning komen we uiteindelijk op het pad. Hieronder wat fotos. Wat vooral opvalt is dat er geen pad ligt.

Nu we op het pad zijn gekomen zetten we onze tocht voort naar de alm zoals gepland. Ondertussen genieten we van het uitzicht. Bij de alm prijzen we de uitvinding van het alkoholvrij bier. Zo’n biertje is een genot als je een flinke wandeling in de benen hebt en het warm is.
Van de alm vangen we de terugweg aan naar de camping. We besluiten om nu de saaiste optie  te nemen en grindweg die naar beneden slingert. De afsnij-paden laten we aan anderen over.

Terug op de camping kijken we terug op één van de bijzonderste wandelingen die we gedaan hebben in onze wandel-carriere. We zijn blij dat we veilig op de camping zijn gekomen en dit is niet voor herhaling vatbaar.