Het is dinsdag en de eerste dag dat we samen met Jannie gaan wandelen. We hebben het plan opgevat om vanaf de camping te gaan lopen richting een meer; De Geisspfadsee. Dit meer is genoemd naar een hoge berg die in de buurt van dat meer ligt (De Geisspfadhorn). De camping ligt op 1475 meter hoogte, dus dat betekent dat we een behoorlijk eind moeten stijgen.
Het eerste gedeelte lopen we over een bergweg. Dat loopt vrij gemakkelijk en tot lering en vermaak hebben ze allerlei informatie langs de weg geplaatst over het gesteente (Mineraliën) waar het Binn-dal zo bekend om is. Zo leren we nog wat over het Binn-dal.
Het landschap is afwisselend. Nu eens lopen we door een bos en dan weer eens over een open stuk gras. Maar altijd is er wel wat te zien. Iemand is heel creatief geweest bij het maken van een drinkbak.
We eten onze boterhammen bij een prachtige hut die op zo’n 1900 meter hoogte ligt. Er staat een bordje Privat bij de hut , maar omdat er niemand is besluiten we op het ’terras’ te gaan zitten voor onze lunch.
Na deze hut is het nog een behoorlijk klim naar de Mässersee. Dat is een meer wat op zo’n 2300 meter hoogte ligt. Het meertje ligt er prachtig, omringd door de bergen. We besluiten dat het wel mooi is zo. We gaan niet verder naar het andere meer. Als we dat wel doen, betekent dat nog zeker 3 uur extra lopen. We kunnen ons niet voorstellen dat het tweede meer mooier is dan dit eerste.
Om niet helemaal dezelfde weg terug te moeten nemen maken we een klein ommetje door nog iets hoger te klimmen. Dat geeft ons ook een mooi gezicht op het meer.
’s Avonds gaan we naar Binn waar een avond is georganiseerd met als thema: Das Leben in Binn vor den Tunnel Bau. De man op de volgende foto houdt een verhaal en hij speelt ook nog op een prachtig snaarinstrument. We vragen de naam, maar ik ben hem nu al vergeten (het is per slot van rekening vakantie).
Deze man is geboren en getogen in Binn, hij is gepensioneerd en was vroeger leraar. Hij vertelt vol verve over het verleden. De Tunnel is gereedgekomen in 1965. Voor die tijd was Binn in de winter afgesloten van de buitenwereld. De Postauto kwam niet. Hij laat mensen zien met grote korven op hun rug die spullen ophalen in Auserbinn wat lager in het dal ligt en wel de hele winter bereikbaar was. De gemeenschap was vroeger zelfvoorzienend. Het is een hele interessante avond en geeft ons een goede indruk hoe het leven er vroeger was. Hij idealiseert het verhaal niet, maar geeft wel duidelijk aan dat er vroeger veel meer ‘gemeenschap’ was. Men was op elkaar aangewezen en men had elkaar nodig, maar het leverde ook mooie dingen op.