Vandaag zijn we voor een (heel) korte vakantie naar Ameland vertrokken. We zijn ooit in een ver verleden eens op Terschelling geweest maar nog nooit op Ameland. Het lijkt ons leuk om daar rond te kijken, te wandelen en te fietsen.

We hebben 2 nachten een kamer geboekt in het Fletcher hotel “Amelander Kaap” bij Hollum. We willen de boot van half 10 halen, dus dat betekent vroeg opstaan en vroeg vertrekken. Om 10 over 7 rijden we weg en naar een voorspoedige reis arriveren we om kwart over 9 bij de boot in Hollum. Dat betekende voor onze doen wel hard rijden; de routeplanner gaf aan dat het 2 uur rijden was, maar dan moet je wel de maximum toegestane snelheid rijden.

We nemen de fietsen mee, zodat we ons gemakkelijk kunnen bewegen. We maken de overtocht met de boot ‘Siers’, dat is net zo’n boot als de ‘Oerd’, waarvan hieronder een foto staat. Siers en Oerd zijn dorpen die vroeger op Ameland gelegen hebben maar in de zee zijn verdwenen.

Het is een bewolkt vandaag, maar gelukkig komt de zon er een klein beetje door terwijl de overtocht maken. Dat levert in ieder geval een paar leuke fotos op.

Het is zo’n 11 km fietsen naar het hotel. Dat valt nog niet mee, met alle bagage en de tegenwind. Onder het fietsen vraag ik me af hoe het leven op het eiland is. Wat voor mensen wonen hier, wat doen ze voor de kost, werken ze aan land of op het eiland. Allemaal vragen waar ik nog geen antwoord op weet.

Na aankomst in het hotel nemen we even een time-out en daarna gaan we eens in het dorpje Hollum kijken. Er is een leuk museum, het Sorgdrager museum. Dat is genoemd naar de familie die vroeger het huis bewoonde waar het grootste deel van het museum zich in bevind.

Het museum geeft een goed beeld van de geschiedenis van het eiland. Hoe men vroeger leefde. Het leven was best wel zwaar op zo’n eiland. Men leefde vooral van de landbouw en de scheepvaart.

In de 17e en 18e eeuw is er een behoorlijk welvaart geweest omdat men goed verdiende met de scheepvaart. Men ging naar Frankrijk, Rusland maar ook Indië en Japan. Later kwam daar de walvisvaart bij. Veel welvaart maar wel een zware tijde, er zijn heel wat mensen op zee omgekomen. Het museum heeft een systeem waarbij je steeds een stukje uitleg kunt beluisteren. Een heel interessant onderdeel is het verslag van een commandeur die richting Groenland was vertrokken met zijn schip en samen met andere schepen waren er zo’n 80 opvarenden. De schepen komen in ijsvelden en bar weer terecht en ze vergaan uiteindelijk. Ongeveer 10 – 15 man zien kans op drijvend en lopend over ijsschotsen IJsland te bereiken. Het valt de commandeur op dat “de wilden heel behulpzaam en aardig zijn”. Uiteindelijk komt de hoofdpersoon na anderhalf jaar thuis en dan blijkt één van zijn kinderen overleden te zijn.

De foto hier boven is genomen in een pronkkamer van het huis. Opmerkelijk zijn de ‘bijzet tafels’ die een prachtig schilderij hebben wat de zien is als ze niet in gebruik zijn als tafel.

Hieronder staat een commandeurshuis wat in de 18e eeuw gebouwd is. Daarvan staan er nog velen in Hollum. Het valt ons op dat men niet veel aan tuinieren doet. Veel gras en vaak een randje steen om het huis, maar bijna geen bloemen.

Er zijn meerdere kerken in het dorp Hollum. De hervormde kerk zie je hieronder. Opvallend is dat de toren heel groot is in verhouding tot de kerk. De kerk is niets breder dan de toren. En de toren is vrij hoog. Zou dat komen omdat de toren goed zichtbaar moest zijn vanaf de zee?

We hebben een klein appartement gehuurd in het Fletcher hotel, dat betekent dat er een apart zitgedeelte is en een klein keukentje. De rest van de dag brengen we in het hotel door.